download pdf reactie

WIE KAN IK NOG VERTROUWEN?
Homoseksueel in nazi Duitsland en bezet Nederland

HOEZO DEUGT ONZE EXPOSITIE NIET?

Reactie Liesbeth van der Horst , directeur Verzetsmuseum Amsterdam,op de kritiek van Theo van der Meer in het Parool. Zaterdag 30 september 2006

Hoezo deugt onze expositie niet?

Onder de kop ' Expositie Verzetsmuseum deugt niet' stelt rechtshistoricus Theo van der Meer in Het Parool van vorige week zaterdag dat de tentoonstelling Wie kan ik nog vertrouwen? Homosek-sueel in nazi-Duitsland en bezet Nederland ten onrechte suggereert dat Nederlandse homoseksuelen systematisch zijn vervolgd. Op zijn kritiek is het nodige af te dingen.
De tentoonstelling laat aan de hand van individuele voorbeelden zien wat homoseksuelen kon overkomen en hoe zij dat hebben ervaren. In de inleidende tekst staat expliciet dat de Nederlandse homoseksuelen niet in concentratiekampen gevangen zijn gezet.
Toegegeven, in de tentoonstelling wordt het slachtofferschap van homoseksuelen benadrukt, maar veel homo's leefden in de oorlogs-jaren dan ook - anders dan voor en na de oorlog - met de dreiging dat de nazi's de vervolging ook in Nederland harder zouden aanpakken. En de Duitsers verscherpten de wetgeving om dat ook mogelijk te maken.
Van der Meer noemt één concreet voorbeeld om aan te tonen dat in de tentoonstelling zou zijn gesjoemeld met feiten. De tentoonstelling vermeldt dat de meeste gearresteerde homoseksuelen na een inval tijdens een feest in 1943 tuchthuisstraffen kregen, terwijl uit de bronnen blijkt dat ze zonder straf zijn 'heengezonden'.
Natuurlijk heb ik de samensteller van de tentoonstelling, Klaus Müller , om opheldering gevraagd. Een van zijn bronnen is een brief waarin Frits van Eeghen op 20 november 1943 schreef wat hij had gehoord over de gearresteerden: 'Een ervan was ondergedoken, die is nu naar een concentratiekamp overgebracht, 4 minderjarigen zijn naar een tuchthuis en naar ik vanmorgen hoorde, zijn er 12 dames en 14 heren gisteren vertrokken naar een strafwerkkamp in Deutschland.'
Pieter Koenders - ook door Van der Meer aangehaald als de deskundige op dit gebied - vertelde me dat binnen de homoseksuele subcultuur na die arrestaties in 1943 allerlei geruchten over zware straffen de ronde deden.
"Het is wat onzorgvuldig dat Klaus Müller die tekst zo heeft gebruikt,|" stelt Koenders. "In mijn boek schrijf ik, dat uit niets is gebleken dat de geruchten op waarheid berusten. Maar de aanval van Van der Meer vind ik niet in proportie. De tentoonstelling geeft een heel aardig beeld."
Ik ben het met Van der Meer eens dat de tentoonstelling de indruk kan wekken dat de situatie voor homo's in de oorlog ook in Nederland veel slechter werd, terwijl dat in praktijk wel meeviel. Maar dat zij leefden onder moeilijke en extra bedreigende omstandigheden is juist.
Niemand kon immers weten hoe ver de nazi's zouden gaan in de vervolging van homoseksuelen in Nederland. De tentoonstelling brengt vooral die dreiging in beeld.

Liesbeth van der Horst,
directeur Verzetsmuseum Amsterdam

Copyright: Het Parool

 

terug