WIE KAN IK NOG VERTROUWEN?
Homoseksueel in nazi Duitsland en bezet Nederland

'Voor homo's geen plek in eregalerij van Kamer'

Wie de Tweede Kamer bezoekt, komt de komende maanden een tentoonstelling tegen die de vervolging van homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog belicht. Een verwijzing naar het heden ontbreekt niet. ,,Dit is absoluut een politiek signaal.''

DEN HAAG - Conservator Klaus Müller - van Duitse komaf, maar al jaren woonachtig in Nederland - zou zijn tentoonstelling graag in het parlementsgebouw in Berlijn opbouwen. Maar hij denkt niet dat hij dat voor elkaar krijgt. ,,In Nederland is men toch net wat liberaler.''

Dat was ooit precies andersom, leert de tentoonstelling 'Wie kan ik nog vertrouwen?', met verhalen over vervolging en verzet van homoseksuele mannen en vrouwen in Nederland en Duitsland tussen 1933 en 1945.

In de jaren twintig van de vorige eeuw was Berlijn de 'homohoofdstad' van Europa en verbaasde men zich in Nederland over de vrijheden die homo's zich bij de oosterburen konden permitteren. Met de komst van de nationaalsocialist Hitler en zijn streven naar Arische zuiverheid kwam de omslag. ,,Je kunt je niet voorstellen hoe snel het klimaat veranderde toen Hitler aan de macht kwam. Dat had niets te maken met voorlichting, de hele bevolking draaide als een blad aan de boom om'', luidt het op de tentoonstelling prominent gebrachte getuigenis van Friedrich-Paul von Groszheim, een Duitse homoseksueel die een gedwongen castratie onderging.

De drie maanden durende expositie in de Tweede Kamer is een initiatief van het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief. Het ministerie van VWS verleende subsidie. De tentoonstelling was eerder te zien in Westerbork, Amsterdam en Leeuwarden.

Verhalen van vervolgde homoseksuelen worden persoonlijk gemaakt door er een naam en gezicht aan te koppelen. Zoals de verzetstrijdster Frieda Belinfante, de eerste vrouwelijke dirigent in Nederland en betrokken bij de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Die geruchtmakende actie in 1943 stond onder leiding van de homoseksuele verzetsleider Willem Arondéus, net als Belinfante een miskende verzetsheld, aldus Müller. Want dat is wat de tentoonstelling volgens hem óók wil duidelijk maken: veel homo's in het verzet zijn erkenning misgelopen vanwege hun geaardheid.

Het verzet als symbool van nationale trots, daarbij paste in het Nederland van na de oorlog geen homo-zijn, aldus Müller. Volgens hem verklaart dit waarom de hoofdrol van Arondéus na de oorlog werd ,,herschreven'' tot een bijrol. ,,Voor homo's, en vaak ook voor vrouwen, was geen plek in de eregalerij.''

Zestig jaar later
Ruim zestig jaar later is het met de acceptatie van homoseksuelen heel anders gesteld, maar toch blijft strijd tegen (nieuwe) achterstelling nodig, zo legt de tentoonstelling een link naar de huidige tijd. ,,Het nationaalsocialisme mag dan wel zijn verdwenen, in veel (moslim)landen worden homo's vervolgd. In Nederland durven sommige leraren niet meer uit te komen voor hun geaardheid. Veelal allochtone jongeren kunnen daar namelijk geen begrip voor opbrengen.'' Müller noemt overigens ook ,,groeiende fundamentalistische stromingen van christelijke signatuur''. Hij wijst op Polen: ,,Hoe gaan wij ermee om dat een medelid van de EU andere normen en waarden hanteert als het om homoseksuelen gaat?''

In dat licht is het openen van de tentoonstelling in het gebouw van de Tweede Kamer ,,absoluut een politiek signaal'', zegt Müller. Ook rechtstreeks aan de politici. ,,Want ik maak me zorgen over de vraag of er voldoende daadkracht is in het parlement. Compromissen kunnen op de lange duur schadelijk zijn voor de acceptatie van homo's.''

Tweede-Kamerlid Kathleen Ferrier (CDA) heeft het niet over een politiek signaal, maar stelt wel dat de Tweede Kamer een prima locatie is voor de tentoonstelling. ,,Dit is toch de plek waar het beleid gemaakt wordt.'' Als onderwijswoordvoerder pleit zij ervoor dat scholen meer aandacht geven aan het tegengaan van homodiscriminatie, zij het dat daarbij rekening moet worden gehouden met verschillende (geloofs)opvattingen. ,,We moeten toe naar een samenleving waarin ieder mens zich geaccepteerd kan voelen. Daarbij moeten we niet voorbijgaan aan de diversiteit die er is, dus geef gezinnen en scholen de gelegenheid hier op hun eigen manier mee om te gaan.''

 

NEDERLANDS DAGBLAD

Geplaatst op woensdag 23 mei 2007



terug